Algemeen

  • Dodgeball wordt gespeeld door twee teams, elk bestaande uit 8 spelers
  • Elke wedstrijd zal geleid worden door minimaal één scheidsrechter
  • Elke beslissing van de scheidsrechter is onherroepelijk.

Spelverloop

  • Bij aanvang worden twee ballen in het midden van het veld geplaatst
  • 6 spelers van elk team stellen zich op tegen de achterkant van de kooi. Minimaal één voet moet de achterkant van de kooi aanraken.
  • Op het fluitsignaal racen de spelers om de bal in het midden. Dit is de enige keer tijdens het spel dat het midden van het veld betreden mag worden.
  • Wanneer de bal in bezit is, mag deze naar een teamgenoot gegooid worden of richting een tegenstander.
  • Wanneer de tegenstander geraakt wordt door de bal, dient hij/zij onmiddellijk, dus zonder eventueel nog een worp, het speelveld door de centrale opening te verlaten. Dit geldt niet voor een bal die eerst de grond of het net raakt, maar wel voor een bal die weerkaatst via de kooiwand.
  • Afweren van de bal met een andere bal is toegestaan.
  • In het geval dat de tegenstander de bal weet te vangen, moet er één van zijn teamgenoten het veld door de opening in het centrum van de kooi betreden en dient de werper het veld onmiddellijk te verlaten. Dit geld niet voor een bal die eerst de grond of het net raakt, maar wel voor een bal die weerkaatst van de kooiwand.
  • Wanneer de bal door een speler wordt afgeweerd en daarna door een teamgenoot gevangen wordt, dan telt dit als vangbal. De eerste speler dient het veld echter wel te verlaten.
  • Het spel is beëindigd wanneer de laatste speler van een team geraakt wordt.
  • In de poulefase worden er 3 games gespeeld. Elke gewonnen game levert het team een punt op.
  • De teams met de meeste punten gaan door naar de (kruis)finale. Bij een gelijke stand is het onderling resultaat doorslaggevend.

Overtredingen

Het is niet toegestaan:

  • De bal langer dan 10 seconden vast te houden om tijd te rekken. Wanneer dit gesignaleerd wordt zal de bal naar de tegenpartij gerold worden.
  • Het centrum van het speelveld te betreden, m.u.v. het begin van het spel. Bij voetfouten telt de worp niet en kan de bal teruggegeven moeten worden aan de tegenstander.
  • De scheidsrechter uit te schelden.
  • De scheidsrechter is het toegestaan om bij kritiek op de leiding de bal naar de tegenpartij te verwijzen of één of meerdere spelers uit het spel te verwijderen.
  • Slingerworpen te gebruiken.